Let wel even op de belangrijkste regel bij de uitspraak van het Gronings: knauwen is verplicht, maar overdrijf het niet!
Nieuw !!! Nu met geluid ... klik op de
-icoontjes bij elke rubriek!
(deze versie: 2006-09-03; eerste versie: 2003-08-07)
Groeten
Uitroepen (1)
Tellen
Dagen, maanden, seizoenen
Ik ben, jij bent, ...
Ik heb, jij hebt, ...
Ik heb me, jij hebt je, ...
Uitroepen (2)
Het weer
Boodschappen doen
In de kledingzaak
Uit eten
Visite ontvangen
Op kraamvisite
Langs het voetbalveld
In de kroeg
Versieren

Groeten

Uitroepen (1)
Schitterend!
Eh .... nait maal
Schitterend!
Eh ... kon minder
Schitterend!
Eh ... kin der mit deur

Tellen
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
aine, twije, drije, vare, vieve, zèzze, zeuven, aachte, negen, tiene
11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19
elven, twaalven, dattien, vattien, vieftien, zestien, zeuventien, achttien, negentien
20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100
twinteg, datteg, vatteg, viefteg, zesteg, zeuventeg, tachteg, negenteg, honderd
1ste, 2de, 3de, 4de, 5de, 6de, 7de, 8ste, 9de, 10de
eerste, twijde, daarde, vaarde, viefde, zesde, zeuvende, aachtste, negende, tiende

Dagen, maanden, seizoenen
maandag, dinsdag, ... , zondag
moandag, dingsdag, woensdag, dunderdag, vrijdag, zotterdag, zundag
januari, februari, ... , december
jannewoarie, feberwoarie, meert, april, maai, juni, juli, augustus, september, oktober, november, dezember
lente, zomer, herfst, winter
lìnte, zummer, haarfst, winter

Ik ben, jij bent, ...
zij zijn
zie (/zai) binnen

Ik heb, jij hebt, ...
zij hebben
zie(/zai) hemmen

Ik heb me, jij hebt je, ...
hij heeft zich
hai het zuk
wij hebben ons
wie hemmen ons
jullie hebben je
joe hemmen joe
zij hebben zich
zie(/zai) hemmen zuk

Uitroepen (2)
Niet zeuren!
Nait soezen!
Wat een gedoe!
Man, man, man, wat n boudel
Fantastisch gedaan, jongen/meisje!
Eh ... nait slecht, mien jong/wicht
Niks mee nodig!
Niks mit vanneudeg!
Dat staat absoluut niet!
Gain kiek geliek!
Het zal mij benieuwen!
t Zel mie nij doun!
Wat houdt je tegen?
Wat let die?

Het weer
Mooi weertje, niet?
Nuver weer, nait?
De zon schijnt volop
Zunne schient dat t rabbelt
De tuin heeft wel wat regen nodig
Toene kin wel wat wotter broeken
Er staat flink wat wind, he?
Beste poeste wind, or!
Het motregent wat
t Miggelt wat aan
Die verdomde sneeuwtroep!
Dij röttige snijboudel ook!
De handen tintelen me van de koude!
Handen pippern mie van de kôlle!

Boodschappen doen
Ben ik al aan de beurt?
Bin ik ol aan bod?
Doet u mij daar maar 200 gram van
Dou mie doar mor twij onze van
Deze appel heeft een rottige plek
Dizze appel het n röttege stee
Ik wil niet van die kleintjes
Ik wil nait van dat leutje spul
Het spijt me, ik heb geen kleingeld
Spiet mie, mor ik heb gain lözze sìnten
Geef u het bonnetje maar mee
Dou mie bonnechie mor mit
Heeft u voor mij ook een tasje?
Hemmen ie veur mie ook n puutje?

In de kledingzaak
Ik zoek een overhemd/broek/jas
Ik mout n bezoen/boksem/jaze
Heeft u dit ook een maatje kleiner/groter?
Hemmen ie dit ook n moatje klaainer/groter?
Ik vind niet dat dit me staat
Ik mag mie doar nait in lieden
Hoeveel kost dat?
Kost dat?
Is dit afgeprijsd?
Is dit òfpriest?
Nee, dat vind ik te duur
Nee, dat begroot mie

Uit eten
Wat heb ik een honger!
Ik kin van honger deurklinke nait vinden
Heeft u voor mij een jenevertje?
Mag k wel n klokje?
Een stukje vlees hoort er bij
Ik mout wel n lappie vlees op mien bord
En doet u ook maar wat salade
Dou der ook mor wat van dat koninevreten bie
Nee, dank u, ik zit helemaal vol
Man, k heb pìnze op laiste!
We hebben heerlijk gegeten
Wie hemmen lekker zitten te dikkedakken
Mag ik de rekening?
Tellen joe boudel even bie mekoar op?

Visite ontvangen
Kom binnen
Kom der in (kin je noar boeten kieken)
Hang je natte jas maar op dit knaapje
Hang dien nadde jaze mor op kapstok
Ga hier maar zitten
Striek hier mor dele
Kopje koffie met Groninger koek?
Kovvie mit kouke?
Of heb je liever een frisje?
Of hest laiver wat baaltjewotter?
We trekken een zak nootjes open
Wie pakken der wat knabbelderij bie
Zal ik de vakantiefoto's erbij pakken?
Zelk de vekaansiekiekjes op batterij hoalen?

Op kraamvisite
We komen de baby bewonderen
Wie kommen t pottje bekieken
Mmmm ... beschuit met muisjes
Mmmm ... twijbak mit moeskes

Langs het voetbalveld
Mooie combinatie!
Oardeg nuver soamenspeuld
Ram die bal weg!
Geef dij bale n peune!
Haal hem neer!
Maai hom bainen onder t gat weg!
Haal hem neer!
Schop hom dele!
Wat is die speler traag, zeg
Gras gruit haarder dan dij speuler lopt
Hoe kan hij die kans nou missen?
Hai kon bale mit piethoane in t doel drukken!
Die spits staat steeds randje buitenspel
Dij aanvaller is aalweg aan t schoefieloeren

In de kroeg
Wat is het hier druk, zeg!
Man, je kinnen op de koppen lopen hier!
Aan de bar is nog plaats
Aan tapkaaste is nog plek
Ober, mag ik drie beer?
Bedainen, mag ik drij bier van joe?
Geef mij er nog maar één
Dou mie der nog mor aine
En zet er voor mij maar een jenevertje naast
En zet mie der mor n destilleerd noast
Gierigaard! Het is jouw beurt voor een rondje!
Kniephuzen! Bist aan bod veur n rondje!
Krijgen we er pinda's bij?
Kriegen wie der grondneutjes bie?
Ik moet eerst even plassen
k Mout eerst even pizzen
Hij is zo dronken als een aap
Hai is zo doen as n swien
Je gaat niet autorijden met een slok op!
Doe gaist nait achter t stuur mit n doene moase!

Versieren
Ken ik jou niet ergens van?
Kink die nait aargens van?
Hoe heet je?
Hou haist doe?
Wil je iets van me drinken?
Wilst wat van mie drinken?
Kom je hier wel vaker?
Komst hier wel voaker?
What's a girl like you doing in a place like this?
Wat dut n poerie as doe in n kroeg as dizze?
Aan het tafeltje in de hoek zit een mooi meisje
Aan toaveltje in hörn zit n schier wichie
Die jongen zit steeds onze kant uit te kijken
Dij jong zit aal ons kaande uut te loeren
Het is stikkedonker. Zal ik je naar huis brengen?
t Is routduuster. Zelk die noar huus brengen?
Your place or mine?
Dien stee of mienent?