Kent u een bepaald woord niet? Zoek het dan op in de lijst met Grunneger Woorden.
Klassiekers
Kleine kinderen en verveling
Kleine kinderen en eten
Kleine kinderen: allerlei
Eten en drinken
Vrouwen
Weerwoorden en antwoorden
Allerlei

Klassiekers
"Zo het t zeten" zee t wief en liemde t oor aan pispot
- ...
"T komt zoast vaalt" zee t wief en dou ston ze mit lekkende neuze boven pankoukspanne
- ...
"Hou stiller hou beter" zee t wief en zat mit gat in branekkels
- ...
"Woar volk is is neren", zee zudelder, en hai schoof zien koare mit bukkens in kerk
- ...
"Aal boat helpt, zee mugge, en hai pisde in zee"
- fig.: alle beetjes helpen
"Je mouten mìnsen nemen zo as ze binnen zee Kloas en traauwde riekste wicht van t dörp
- ...
"As je n golden woagen zuiken vin je der aaltied wel n luns van
- fig. wie op zijn geluk vertrouwd komt niet bedrogen uit ('luns'=spijker)

Kleine kinderen en verveling
Kind: "Opa, ik verveel mie zo".
Opa: "Achter meulen ligt een keulen, goa doar mor mit speulen".
- wanneer kleine kinderen zich vervelen ...
Kind: "Opa, ik verveel mie zo".
Opa: "Goa din even orren, mien jong!"
Kleinkind: "Wat is dat din?"
Opa: "Orren das zwienen in de moase porren totdat ze begunnen te knorren".
- wanneer kleine kinderen zich vervelen ...
Kind: "Opa, ik verveel mie zo".
Opa: "Goa mor even pletten, mien jong!"
Kleinkind: "Wat is dat din?"
Opa: "Das op toavel schieten en der mit handen in haauwgen".
- wanneer kleine kinderen zich vervelen ...

Kleine kinderen en eten/drinken
Kind: "Moeke, wat eten wie vanoavend?"
Moeke: "Gedreugde vìnsterbanken mit stopnaalden"
- gebezigd tegen kinderen die jengelen: "Wat krijgen we straks te eten?"
Kind: "Moeke, wat eten wie vanoavend?"
Moeke: "Steek-in-mond en sloek-mor-deur"
- gebezigd tegen kinderen die jengelen: "Wat krijgen we straks te eten?"
Kind: "T is zo hait!"
Moeke: "Most mor n beetje poesten en mit lepel haauwgen"
- gebezigd tegen kinderen die hun eten te heet vinden
"Hait", zee Pait, "verbrand die t snoet nait, most poesten"
- gebezigd tegen kinderen die hun eten te heet vinden
Moeke: Wilst wat drinken?
Kind: "Mag wel, huift nait"
- Wil je wat drinken? Mag wel, hoeft niet!

Kleine kinderen: allerlei
"Wat? Eendegat! Steek vinger in gat, din roekst wat."
- gebezigd tegen kleine kinderen die geen "Watblieft?" zeggen
"Wel? Haarm Pel! Ast hom zugst, din kist hom wel"
- gezegd tegen kinderen die volwassen 'afluisteren' en vragen: "Wel is dat?"
"Mien jong, kiek ains even of der ook wotter in toenpad stait."
- gezegd tegen kleine kinderen als volwassenen iets onder elkaar te bespreken hebben
"Doe gaist noar bedje veringoa, in de loakenstroade, op nummer kussenslobe"
- gezegd tegen kleine kinderen als het bedtijd is
"Pas mor op aans komt boesjeude die hoalen"
- gebezigd tegen ondeugende kleine kinderen
"Ik zel die opvreten en bonken de locht in spijen"
- speelse zegwijze bij kleine kinderen
"Eerst groten, en din dij der op lieken"
- gezegd tegen kleine kinderen die voor hun beurt willen gaan

Eten en drinken
"Dat vaalt der in as n boerenkont in n engelse leren boksem"
- gezegd nadat men iets overheerlijks heeft gegeten
"t Kin wel op, al is t lekker"
- fig.: ....
"Op ... of in de buutse!"
- vrij vertaald: "Opeten of meenemen!"
"Ik bin zat en ale zoalegen binnen mit mie zat en alle vroaten dij vreten nog wat"
- gezegd na een copieuze maaltijd
"Snieder, snieder, mok mie de boksem wieder"
- lett.: kleermaker, maak me de broek wijder
- fig.: uitroep als men zich 'te barste' heeft gegeten
"Bultje, bultje, kin nog meer bie!"
- lett.: "Stapeltje, stapeltje, er kan nog meer bij"
- fig.: "Dat kan er ook nog wel bij" (bij het opscheppen van eten)
"Op is op en zat is zat, ik haar meer lust, mor nait meer had"
- fig.: de pot schaft niet meer, maar ik had nog graag wat gelust
"Schep op, en lot joe wegen!"
- fig.: ga je gang (bij het opscheppen van het eten)
"Oogstman, mien ogen lusten meer as mien mond"
- gezegd wanneer men zich teveel op het bord heeft geschept
"As t op is, is t eten doan!"
- fig.: op is op, meer is er niet
"Zie sloagen niks aans of as blinde muggen"
- lett.: ze slaan alleen blinde muggen (van zich) af
- fig.: ze eten en drinken alles wat hun aangeboden wordt
"Tap in, Beerntje!"
- uitspraak (fig.: "Schenk de borrel maar in!") gebezigd in Ten Boer en omstreken

Vrouwen
"Mien vraauw is net n potkachel: zie is uut of zie gait uut"
- gezegd van een vrouw die voortdurend op stap is
"Wat het dij vraauw n veurkommen!"
- (pop.) wat heeft die vrouw een bos hout voor de deur
"Dij is net zo slicht van veuren as ik van achtern"
- gezegd van een vrouw met een allesbehalve rondborstig voorkomen
"Rechtop, mien wicht, doar komt n offesier aan"
- fig.: de borst(en) vooruit doen

Weerwoorden en antwoorden
"Vrouger scheten de kraaien uut de ribben"
- weerwoord wanneer iemand het verleden verheerlijkt ("Vrouger, toun ...")
"Dat is uutslag van bedörven inslag"
- weerwoord in geval van huiduitslag
"Wel t eerst vernemt, het t zulf in t hemd"
- weerwoord in geval men van het laten van een wind wordt beticht
"Mainen ligt in poepelaand drij uur achter Bommelskont"
- weerwoord bij de opmerking: "Mor ik main ..."
"Alles kits en de bok nog vet."
- antwoord op de vraag: "Hou ist?"
"Mokt mie niks, as t mor doent"
- "Maakt mij niet uit, zolang ik er maar dronken van wordt"
- antwoord op de vraag: "Wat wilst drinken?"
"Mokt mie niks, t is toch maist wotter"
- antwoord op de vraag: "Wilst thee of kovvie?"
"N snee zoepen mit n hoane-aai"
- "Een plak karnemelk en een hane-ei"
- antwoord op de vraag: "Wat vinst doe lekker?"

Allerlei
"T kin verkeren", zee vrouw van Weerden
- "Het kan verkeren"
- "Zo zie je maar weer ..."
"Mit pazen en meten wordt veul tied versleten"
- 'passen en meten' (bv. tijdens een klus) kost veel tijd
"Dij zuk nait behelpen kin, is nait weert dat e aarmoude liet"
- lett.: wie zich niet kan behelpen, is geen armoede waard
"k Wil zulf waiten of k t leuven wil"
- fig.: ik bepaal zelf wel wat ik moet geloven
"T waark is bie de grond"
- gezegd tegen kleine mensen: het werk is bij de grond
"Je motten pladde van vouten onder holden"
- lett.: je moet het platte van je voeten onder houden
- fig.: je moet niet vallen
"Wie goan noar huus tou, kachel oetpizzen"
- we houden het voor gezien; we stappen maar weer eens op
"Tien Martini toartpuntjes veur tien sìnt"
- oefenzin voor de uitspraak van de 't' (wordt in het Gronings aangeblazen tot 'th')
"Schaive dingen pissen joe t rechtst in de klompen"
- fig.: piepende wagens rijden het langst
"As zun schient in t westen, binnen looien de besten"
- gezegd als een karwei bijna af is en iemand nog even een handje komt toesteken
"Bist bange dat koekoek die op handen schiet?"
- gezegd tegen iemand die zijn handen in zijn broekzakken houdt
"Ain troag, aander groag"
- lett.: de een traag, een ander graag
- fig.: wat de een niet wenst te doen, doet een ander met plezier
"t Binnen aigen loezen dij bieten"
- fig. op eigen woorden gepakt worden
"Gain lozer goud as mìnsen, je kinnen der oapen mit vangen"
- fig. Mensen zijn slimme wezens
"As joe der nait bie binnen wordt joe de kop ook nait wossen"
- fig. men moet zelf voor zijn zaak opkomen
"Aal dingen is n wait, as je t kinnen is t n nait"
- fig. alles is maar een weet