Interviewen
Samengesteld door ir. Aaldrik Sillius ©1997-2020
Laatste update: 2020-04-06
Allereerste versie: 1997-10-12


Gebruikt u deze site in onderwijs of praktijk?
Heeft u tips of wensen m.b.t. het onderwerp van deze site?
Een reactie is welkom!
Verantwoording

De op deze site verzamelde informatie over interviewen is een mixture van in leerboeken aangereikte theorie en persoonlijke ervaringen uit de interviewpraktijk ("Jaja, je maakt wat mee").
Voor wat betreft die theorie kan ik het boek van Ben Emans met de verrassende titel "Interviewen: theorie, techniek en training" van harte aanbevelen. Er valt veel positiefs over zijn boek te melden: theorie en techniek compact beschreven, voorbeelden in overvloed en ook nog eens leerzame opgaven en rollenspelen voor de praktisch ingestelden onder ons. Het enige manco aan het boek is een gezonde dosis humor; enige cartoons over de interviewpraktijken van dr. Sigmund of een paar one-liners van Fokke & Sukke hadden hier redding kunnen brengen.
En in de categorie 'faits divers': Ben Emans is van huis uit psycholoog en was jaren werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn boek is voortgekomen uit de interviewtrainingen die hij jarenlang voor eerstejaars psychologiestudenten heeft verzorgd.

Spoorboekje van deze site

- Doel van een interview
- Globaal interviewschema
- voorbeeld van een globaal interviewschema
- Globaal verloop van een modelinterview
- Belangrijke interviewvaardigheden
- vragen formuleren - vragen stellen - luisteren - antwoorden evalueren - doorvragen - antwoorden noteren - opname-apparatuur gebruiken - vragen verduidelijken - discussies vermijden - Vormgeving van de interviewsituatie

Een concreet voorbeeld van een globaal interviewschema vind je hier:
- voorbeeld van een globaal interviewschema
Dit voorbeeld is ontleend aan een concrete interviewopdracht aan HBO-studenten (en, na aanpassing van het oorspronkelijke globale interviewschema, ook daadwerkelijk uitgevoerd).

Doel van een interview  

Het hoofddoel van een interview in ónze context is het verkrijgen van zo objectief mogelijke informatie over een vooraf vastgesteld onderwerp. We gaan dus voorbij aan tweegesprekken in de behandelkamer (bv. therapeutische gesprekken) en tweegesprekken in de meeste TV-programma's (twee pratende hoofden op TV: het vult de zendtijd maar zelden ons hoofd).

Dat de objectiviteit tijdens een interview behoorlijk zwaar onder vuur ligt valt af te lezen aan onderstaand schema (rechtstreeks ontleend aan het boekje van Emans):

(*) Onder 'cognitie van geïnterviewde' verstaan we het geheel aan ervaringen, overtuigingen, denkbeelden, oordelen en vooroordelen waarover een geïnterviewde beschikt

Zonder overdrijving mag je stellen dat alle interviewvaardigheden die op deze site aan de orde komen er op gericht zijn om die o zo belangrijke objectiviteit zo goed mogelijk te waarborgen.

Globaal interviewschema  

Het doel van een interview in ónze context is het verzamelen van zo objectief mogelijke informatie over een vooraf vastgesteld onderwerp. Dat doe je niet door maar lukraak wat vragen op een papiertje te kalken en te denken:"Ach, ter plekke zie ik wel hoe het loopt. Ik speel wel soepel in op het verloop van het gesprek. Wat? GTST al begonnen? Kijken!"

Hieronder vind je een gestructureerde methode voor het voorbereiden van een interview. Als je deze methode volgt, rolt er er als resultaat een globaal interviewschema uit.

Ik moet daarbij nog een kanttekening maken, die gaat over 'denkers' en 'doeners'.
De hieronder gepresenteerde methode hanteert nl. een top-downbenadering: je gaat van 'het globale' (=de doelen van je interview) naar 'het specifieke' (=enkele (openings)vragen bij elk van die doelen). Deze methode zal de 'denkers' onder jullie aanspreken.
In interviewtrainingen heb ik echter ervaren dat sommige deze top-downbenadering 'te abstract' vinden. Deze 'doeners' adviseer ik daarom een bottom-upbenadering: ga van 'het specifieke' (=diverse losse vragen die je zou willen stellen) naar 'het globale' (=een ordening van die vragen naar onderwerpen; die onderwerpen vertaal je daarna naar doelen van je interview).
Let wel: het resultaat is gelijk! Of je nu top-down of bottom-up werkt, aan het einde van je inspanningen zal je beschikken over een verzameling van vraagrubrieken, gerangschikt in een logische volgorde. En dat nu is je globale interviewschema.

Gestructureerde methode voor het voorbereiden van een interview: top-downbenadering

A. concentreer je eerst op het WAT:
Wat voor informatie wil ik m.b.t. mijn onderwerp in dít interview op tafel zien te krijgen?

- formuleer en noteer allereerst het hoofddoel van je interview; - dit hoofddoel valt vaak op natuurlijke wijze uiteen in een aantal subdoelen; - formuleer en noteer deze subdoelen; - zet de subdoelen vervolgens in een logische volgorde

De aldus geformuleerde hoofd- en subdoelen corresponderen met de hoofd- en deelonderwerpen van je interview.

B. concentreer je vervolgens op het HOE:
Welke vragen ga ik stellen om de hoofd- en subdoelen genoteerd onder A te bereiken?

- bedenk bij elk hoofdonderwerp en deelonderwerp een openingsvraag en een of meerdere vervolgvragen en - formuleer de vragen op een technisch correcte manier (zie vragen formuleren) zodat de antwoorden zo objectief mogelijke informatie opleveren en daarmee maximaal bijdragen aan het bereiken van de gestelde hoofd- en subdoelen

Je eigen kennis en ervaring met het onderwerp van het interview zal in stap A en B zeker een rol spelen. Wanneer je goed thuis bent in het onderwerp zullen je subdoelen waarschijnlijk veel gedetailleerder van aard zijn (stap A) dan wanneer je niets of weinig van het onderwerp afweet. De vragen die je bedenkt en formuleert (stap B) zullen daar een weerspiegeling van zijn.

De aldus groeiende verzameling van vraagrubrieken, gerangschikt in een logische volgorde, is je globale interviewschema.

Nog even dit: ik gebruik hier de term 'globale interviewschema' om een duidelijk onderscheid te maken met de term 'interviewschema' die Emans hanteert. Bij hem is het interviewschema een schema waarin alle vragen tot in detail zijn geformuleerd en bovendien voorzien zijn van voorgedefinieerde antwoordcategorieën. In de feitelijke context van zijn boek - het gebruik van interviews in sociologisch of psychologisch wetenschappelijk onderzoek - is dat uiteraard op z'n plaats. Voor ons is het echter 'teveel van het goede'.

Globaal verloop van een modelinterview  

Het verzamelen van informatie d.m.v. een interview vereist een nauwkeurige voorbereiding; dat hebben we aan het opstellen van het globale interviewschema al kunnen zien. Daarmee ben je er echter nog niet... Vragen voorbereiden achter je bureautje is vers één, daadwerkelijk een interview afnemen is vers twee.

Om je ook daarbij een houvast te bieden geven we je een stappenplan voor het afnemen van een modelinterview. Eigenlijk dient dit stappenplan meerdere doelen:
1) het dient als raamwerk voor je voorbereiding;
Aan elk onderdeel van dit stappenplan zul je, gezeten achter je bureau, aandacht moeten besteden. Deze tijdsinvestering zal zich dubbel en dwars uitbetalen tijdens het eigenlijke interview. Van het globale interviewschema wist je dat natuurlijk al.
2) het dient als houvast voor de interviewer tijdens het interview;
Je zult in de praktijk ervaren dat goed interviewen een intensieve (cognitieve) bezigheid is. Als interviewer heb je tijdens het interview namelijk diverse taken te vervullen. Om daarbij overzicht en concentratie te bewaren is elke 'steun in de rug' meer dan welkom.
3) het dient als houvast voor de geïnterviewde;
De geïnterviewde zal graag op voorhand weten wat het interview globaal inhoudt en wat de interviewer van hem verwacht. Kortom: een geïnterviewde wil zich graag instellen op zijn 'rol' als geïnterviewde!

Bovendien bevat dit stappenplan verwijzingen naar de vele vaardigheden die je als interviewer onder de knie dient te krijgen.

Dan nu het stappenplan, oftewel het globale verloop van een modelinterview:

a) open het interview

Na de begroeting en de gebruikelijke koetjes-en-kalfjes ("Een hele reis, zeker?", "Hebt u het gemakkelijk kunnen vinden?","Wat een prachtig locatie voor uw kantoor" enz. enz.) maak je een formele start met het interview.

b) leid het interview in met een paar woorden over de volgende aspecten:

- wat is het onderwerp van het interview? - (evt.) welk hoofddoel dient het interview? - (evt.) welke deelonderwerpen ('rubrieken') komen achtereenvolgens aan de orde? - (evt.) wat voor soort vragen kan de geïnterviewde globaal verwachten? - wie doet wat: de 'rollen' tijdens het interview (jij stelt vragen, hij antwoordt) - op welke wijze wordt het interview uitgewerkt? - wat gebeurt er met de aldus verkregen resultaten? - hoe lang zal het interview duren?

c) vraag vervolgens expliciet of geïnterviewde je verhaal heeft begrepen;

- zo nee: ga kort (!) in op vragen en onduidelijkheden ; - zo ja: dan zijn nu interviewer en geïnterviewde expliciet in hun rol bevestigd;

d) start het interview door de eerste vraag van de eerste rubriek uit je globale interviewschema te stellen: zie vragen stellen

e) werk netjes alle rubrieken van je interviewschema af, waarbij je

- juist geformuleerde vragen stelt: zie vragen formuleren - goed luistert naar het antwoord van geïnterviewde: zie luisteren - het antwoord van geïnterviewde evalueert tegen de gestelde (sub)doelen: zie antwoorden evalueren - in geval van een negatief resultaat van de evaluatie doorvraagt: zie doorvragen - de antwoorden noteert (ook al maak je een geluidsopname !!!): zie antwoorden noteren

f) als je alle rubrieken van je interviewschema hebt afgehandeld: sluit het interview af

- reflecteer op het verloop van het interview - vat kort samen wat volgens jou de belangrijkste resultaten zijn - geef aan welke deelonderwerpen nadere aandacht verdienen (uiteraard alleen indien van toepassing; zo sla je meteen ook een 'bruggetje' naar het verzoek om een vervolginterview te mogen afnemen!) - bedank geïnterviewde voor zijn inzet en medewerking - maak een afspraak voor een vervolginterview (indien van toepassing).

Belangrijke interviewvaardigheden  

Wanneer je een model-interview wilt houden zul je
a) nauwgezet een interviewschema moeten opstellen,
b) het hiervoor beschreven 'spoorboekje' moeten volgen en
c) tijdens het gesprek de volgende vaardigheden ten toon moeten spreiden: - vragen formuleren - vragen stellen - luisteren - antwoorden evalueren - doorvragen - antwoorden noteren - opname-apparatuur gebruiken - vragen verduidelijken - discussies vermijden

Bij elk van deze vaardigheden lees je hieronder een korte uitleg en een paar nuttige tips.

Vragen formuleren 

Ons vertrekpunt was: het verzamelen van zo objectief mogelijke informatie. Dat impliceert in de allereerste plaats dat je je vragen zodanig moet formuleren dat de geïnterviewde niet geneigd is bepaalde antwoorden eerder te geven dan andere antwoorden. In het jargon van het interview: je moet er voor oppassen geen sturende vragen te stellen.

Voor degene die moedwillig de resultaten van zijn interview wil beïnvloeden volgen hier een aantal tips:
* gebruik evaluatief geladen woorden "Wat vind je van het onzalige idee om ...?" * laat broneffecten toe Hoe sta jij tegenover het idee van onze chef om ...?" * sluit antwoordmogelijkheden uit "Wat vind je zoal aantrekkelijk in je werk?" * leef je in in de persoon of de situtatie van de geïnterviewde "Daar had je het zeker wel moeilijk mee..." * reik cognities aan "Wat vind je van de stelling dat ...?" * geef voorbeeldantwoorden "Lectuur? Nou, je weet wel, bladen als de Story en de Privé"

Bij het opstellen van het globale interviewschema kun je - gezeten achter je bureau - in alle rust technisch correcte vragen formuleren. In de interviewpraktijk zal het regelmatig gebeuren dat je moet dóórvragen (zie doorvragen) en dus ter plekke vragen moet bedenken en formuleren. Je zult merken dat het in zo'n situatie knap lastig is om je vragen 'technisch correct' te houden. Bij het beluisteren van opnames van je eigen interviews zul je daarvan nog voorbeelden genoeg tegenkomen! Gelukkig geldt ook hier: 'Oefening baart kunst'.
  

Vragen stellen 

Als je je goed hebt voorbereid staan de eerste vragen van elk deelonderwerp van het interview voluit geformuleerd in je interviewschema. Da's mooi; dus hoef je de vragen enkel nog maar even te stellen!
Klopt helemaal, maar ... let er bij het stellen van de vragen wel op dat je elke vraag in een rustig tempo voorleest, daarbij zo duidelijk mogelijk spreekt en van tijd tot tijd oogcontact zoekt met de geïnterviewde. Al die nonverbale signalen die de geïnterviewde uitzendt mogen je niet ontgaan! Een glimlachje of grimlachje, fronsende wenkbrauwen, instemmend knikken, een wegwerpgebaar: alles heeft z'n betekenis.

Het komt in de interviewpraktijk regelmatig voor dat je geen beroep meer kunt doen op je vooraf geformuleerde vragen. Denk bv. aan een situatie waarin je moet doorvragen (zie doorvragen) of aan een situatie waarin de geïnterviewde een zijpad bewandelt waarvan jij vindt dat het interessant is voor het gestelde interviewdoel. Je zult dan ter plekke aanvullende vragen moeten bedenken en stellen.

Oefening baart kunst, maar houd je bij het ter plekke formuleren van aanvullende vragen aan een paar uitgangspunten:
* op conceptueel niveau: vraag jezelf steeds af: "Kom ik met het stellen van deze aanvullende vraag dichter bij het bereiken van de bij dit deelonderwerp behorende subdoel?".
* in de practische uitvoering: houd het simpel (geen moeilijke woorden), houd het kort (geen breedsprakige formuleringen). Des te groter de kans op technisch correcte vervolgvragen!
  

Luisteren 

Dat 'luisteren' ook een vaardigheid is zal voor velen een verrassing zijn. Als dat ook voor jou geldt, dan hoor je dus tot de doelgroep van deze paragraaf!

Je dient als interviewer na het stellen van je vraag 'actief luistergedrag' te vertonen. Dat houdt in dat je rechtop zit, met een welwillende trek op je gezicht afwachtend naar de geïnterviewde kijkt en pen en papier in de aanslag houdt. Zo geef je de geïnterviewde te kennen dat je één en al aandacht bent en geen syllabe van zijn antwoord zou willen missen. Anders gezegd: je bevestigt de geïnterviewde in zijn rol als leverancier van belangwekkende informatie.

Bovendien stel je je zo in op het ontvangen van de nonverbale signalen die de geïnterviewde tijdens het beantwoorden van de vraag uitzendt. Verzin zelf maar eens een paar voorbeelden van dergelijke nonverbale signalen en de interpretatie die je daaraan zou geven.

Het antwoord van de geïnterviewde probeer je vervolgens zo objectief mogelijk te registreren en te noteren. De allergrootste valkuil voor de interviewer is dat hij in de antwoorden van de geïnterviewde zoekt naar een bevestiging van wat hij al meende te weten (of zoals de Fransen zeggen: 'hineininterpretieren'). Zie het volgende punt.
  

Antwoorden evalueren 

Het hoofddoel van een interview in deze context is het verzamelen van zo objectief mogelijke informatie. Het is aan jou als interviewer om te evalueren of de antwoorden van geïnterviewde aan dit doel beantwoorden. M.a.w.: je moet je als interviewer voortdurend afvragen:

"Dat antwoord dat geïnterviewde nu geeft, ... "

... is dat antwoord wel volledig?" M.a.w.: heeft geïnterviewde de vraag uitputtend beantwoord?
... is dat antwoord wel relevant?" M.a.w.: heeft het antwoord betrekking op de gestelde vraag?
... is dat antwoord wel duidelijk?" M.a.w.: kun je het antwoord samenvatten en in een welomschreven (reële of fictieve) antwoordcategorie onderbrengen? Toelichting: stel je voor dat je met een officiële enquete van een gerenommeerd interviewbureau de deur langs moet. Bij elke vraag in dergelijke enquetes staan een aantal welomschreven antwoordcategorieën. Als enqueteur wordt van je verwacht dat je het antwoord van geïnterviewde in een van die categorieën onderbrengt. Het antwoord moet dan natuurlijk wel duidelijk zijn in de zin dat '... het in een van die vakjes past'.
... is dat antwoord wel valide?" M.a.w.: moet je het antwoord van geïnterviewde als 'niet valide' kwalificeren op grond van een van de vier onderstaande fenomen:
- vriendelijkheidsoverwegingen: dit sociaal-psychologische fenomeen betekent gewoonweg dat geïnterviewde de interviewer graag ter wille wil zijn: "Deze interviewer zal niet met lege handen naar huis gaan, dus ik doe extra goed m'n best". Dit fenomeen kan leiden tot het geven van enigzins gekleurde antwoorden of zelfs tot het regelrecht verzinnen van antwoorden. - sociaal wenselijke antwoorden: dit is een sociaal-psychologisch fenomeen dat in bredere kring bekend is. Wees als interviewer op je hoede wanneer geïnterviewden al te gemakkelijk verklaren dat ze niet gekant zijn tegen de opvang van asielzoekers in hun gemeente, dat ze zich uit milieuoverwegingen altijd houden aan een maximumsnelheid van 100 km/h op de autosnelweg en dat geen haar op hun hoofd er aan zal denken de klusjesman of de babysit 'zwart' uit te betalen. - tijdscompressie: dit is een cognitief psychologisch fenomeen, d.w.z. een fenomeen dat inherent is aan de bouw en werking van de menselijke hersenen. De gemiddelde mens blijkt nl. bijzonder slecht in staat historische gebeurtenissen op een tijdslijn te plaatsen of dergelijke gebeurtenissen te kwantificeren. Pas dus altijd op met 'Wanneer...'- en 'Hoe vaak ...'- vragen wanneer ze betrekking hebben op een niet zo recente periode uit het leven van de geïnterviewde. - verdringing: dit psychologisch fenomeen treedt op als onderdeel van het verwerkingsproces van vervelende of bedreigende voorvallen. Men is misschien geneigd te denken dat het fenomeen verdringing enkel voorkomt bij evident indrukwekkende gebeurtenissen als rampen, ongelukken of misdaden. Bedenk echter - zeker in de context van interviews - dat verdringing ook kan plaatsvinden bij 'mildere' gebeurtenissen zoals problemen met een rotvak op school, een ontslagkwestie op kantoor, problemen in een vroegere relatie e.d..

  

Doorvragen 

Evaluatie van een antwoord van de geïnterviewde - zie antwoorden evalueren - kan er toe leiden dat je als interviewer moet concluderen dat het antwoord niet volledig, relevant, duidelijk of valide is. Als interviewer met een serieuze taakopvatting - altijd op jacht naar zo objectief mogelijke informatie - zul je dan moeten doorvragen. Doorvragen kan men - al naar gelang de situatie - op twee manieren doen:
- ongericht doorvragen: doorgaans gebruik je deze techniek wanneer je het idee hebt dat het antwoord van de geïnterviewde nog niet volledig is. Met korte zinnetjes als "Ga vooral door!"; "Vertel daar eens meer over ..."; "Was dat alles?" nodig je de geïnterviewde uit op op de ingeslagen antwoord-weg door te gaan.
- gericht doorvragen: wanneer je denkt dat het antwoord van geïnterviewde niet relevant, niet duidelijk of niet valide is ga je doorgaans gerichter te werk om de volle waarheid boven tafel te krijgen. Zo kun je bv. vragen - als geïnterviewde meldt dat hij wel 5 keer per jaar naar het theater gaat - of hij de laatste 5 voorstellingen eens bij naam wil noemen. Of je kunt - als geïnterviewde zegt welwillend tegenover de opvang van asielzoekers te staan - eens vragen wat hij er van zou vinden als die opvang in zijn gemeente resp. wijk resp. achtertuin zou plaatsgrijpen.
  

Antwoorden noteren 

Het is zeer verstandig om bij het afnemen van een interview in deze context gebruik te maken van opnameapparatuur (zie daarvoor de volgende paragraaf). Maar wat betekent dat voor het noteren van antwoorden?

Vraag: Betekent het gebruik van opname-apparatuur dat je gevrijwaard bent van het noteren van de antwoorden van de geïnterviewde?
Antwoord: Nee, nee en nog eens: nee!

Toelichting: Interviewen bestaat voor een belangrijk deel uit de activiteiten 'luisteren, 'samenvatten' en 'doorvragen' (d.w.z. "L-S-D"). Daarvoor moet je wel kunnen teruggrijpen op harde gegevens d.w.z. de eerder gegeven antwoorden van de geïnterviewde.
Het is een levensgrote mythe dat je alle antwoorden van de geïnterviewde wel globaal zult onthouden en dus geen aantekeningen hoeft te maken. Bedenk dat je het merendeel van je cognitieve vermogens nodig hebt voor het evalueren van antwoorden en het bedenken van aanvullende vragen. Wees blij dat je in ieder geval in telegramstijl de antwoorden van geïnterviewde nog kunt noteren, zodat je er op kunt teruggrijpen.

Opname-apparatuur gebruiken 

De keuze in opname-apparatuur is tegenwoordig zeer divers. Wellicht gebruik je nog de aloude cassetterecorder of de memo-recorder (met van die kleine cassettebandjes). Maar de meesten zullen gebruik maken van digitale opname-apparatuur zoals een voice recorder of een mobieltje.

Hier volgen een aantal tips voor het gebruik van opname-apparatuur:

a) test de opname-apparatuur ver van tevoren uit: neem een gesprek of fake-interview met een familielid, vriend of collega op en luister de opname af. Wees kritisch in je oordeel over de kwaliteit van de opname en, dus, over de opname-apparatuur.
b) introduceer het gebruik van opname-apparatuur: leg de geïnterviewde uit waarom je het gesprek wilt opnemen, hoe je gebruik gaat maken van de opname, wat er gebeurt met de opname na uitwerking e.d.. In de praktijk heb ik nog maar één keer meegemaakt dat geïnterviewde geen toestemming gaf het gesprek op te nemen.
c) zoek een rustige ruimte: zit je in een kantoortje naast de kantine of boven een verdieping waar werklui druk in de weer zijn, wees er dan verzekerd van dat dit achtergrondlawaai uitermate hinderlijk op je opname hoorbaar zal zijn.
d) zorg dat je reservebatterijen of een oplader o.i.d. bij je hebt: dit is een open deur van jewelste maar elke interviewer schijnt het toch eerst een keer aan den lijve te willen ondervinden. Zorg er altijd voor dat je extra batterijen, een verlengsnoer, de juiste oplader e.d. bij je hebt. Je staat mooi voor lul (en dat geldt ook voor u, dames!) als je halverwege de interviewsessie je voice recorder langzaam de geest hoort geven.
e) de digitale opname-apparatuur is tegenwoordig zo goed en gevoelig dat het gebruik van een externe microfoon niet nodig is. Los daarvan: mijn ervaringen met electrostatische microfoontjes in creditcardformaat zijn uitstekend. Dat soort microfoontjes werkt overigens ook op een batterijtje, dus ...
  

Vragen verduidelijken 

Het is belangrijk om tijdens het interview alleen in te gaan op vragen van de geïnterviewde, voor zover deze betrekking hebben op het verduidelijken van een net gestelde vraag.
Wanneer geïnterviewde een vraag niet begrijpt kan hij dat op twee manieren tonen: nonverbaal (bv. door het voorhoofd te fronsen of de schouders op te halen) maar ook verbaal (hij deelt je mee dat hij de net gestelde vraag niet begrijpt).

Als interviewer handel je in het geval van het verduidelijken van vragen het beste als volgt:
- vraag opnieuw stellen: "Misschien helpt het als ik de vraag nog een rustig herhaal: ...."
- toelichting vragen: "Kunt u mij vertellen wat u niet aan de vraag begrijpt?"
- verduidelijken: "Ah, dus dat begrijpt u niet. Dat kan ik u wel verduidelijken door ....."
- en blijf op je hoede! Het is interviewtechnisch verboden om een vraag te verduidelijken door het geven van voorbeeldantwoorden. Wat was het motto ook alweer? Juist: elk voorbeeldantwoord stuurt de geïnterviewde!
  

Discussies vermijden 

Je bent interviewtechnisch foutief bezig wanneer je je tijdens het interview door de geïnterviewde laat verleiden tot een discussie. Beide partijen vallen dan immers uit de rol die ze formeel bij aanvang van het interview hebben afgesproken: de geïnterviewde gaat nu ineens op de stoel van de interviewer zitten en vice versa. Een discussie heeft louter negatieve gevolgen voor de resultaten van je interview.

Wat moet je als interviewer doen wanneer geïnterviewde probeert een discussie te beginnen? Niet panikeren, maar gewoon de volgende stappen uitvoeren:
- afkappen: "Sorry, maar ik moet u hier onderbreken."
- toelichten: "De opbrengst van dit interview komt in gevaar wanneer we hierover in discussie treden. Daar zijn we beiden niet bij gebaat."
- oplossing aanreiken: "Ik wil wel nader op deze kwestie ingaan, maar dan na afloop van het interview. Ik noteer dat nu meteen."
- expliciete bevestiging vragen: "Bent u het met deze oplossing eens?"
- het interview formeel voortzetten: "Prima. Dan vervolgen we nu het interview. Ik herhaal voor alle duidelijkheid de laatste vraag nog eens: ...."

Wanneer geïnterviewde halsstarrig vasthoudt dan kun je als interviewer kiezen uit twee kwaden: het interview meteen afbreken of het interview vervolgen, inclusief het voeren van alle discussies die de geïnterviewde wenst aan te gaan. In het laatste geval kun je de resultaten van je interview overigens linea recta in de prullenmand knikkeren.
  

Vormgeving van de interviewsituatie 

Het is belangrijk je te realiseren dat in de vormgeving van de situatie waarin het interview plaatsvindt ook een gevaar voor de objectiviteit schuil kan gaan. Laten we een paar aspecten van de interviewsituatie maar eens op een rijtje zetten:

a) Aanwezigheid van derden
Wanneer je 1-op-1 interviewt is het doorgaans aan te raden de aanwezigheid van derden te vermijden. Zij zouden zich actief met het interview kunnen bemoeien, bv. door de geïnterviewde te helpen of te corrigeren. Maar ook al mengen ze zich niet in het gesprek, enkel en alleen door hun aanwezigheid hebben zij al invloed op de persoon van de geïnterviewde! Stel je de situatie maar voor waarin vragen over vroegere relaties van geïnterviewde gesteld worden terwijl vrouwlief aandachtig meeluisterend op de bank de baby de fles geeft.

b) Storende factoren (de rinkelende telefoon; de klop op de deur)
Sommige medewerkers schijnen nooit een moment van rust te kennen. Je vindt ze onder afdelingschefs, vakinhoudelijke experts maar ook onder baliepersoneel. Hun telefoon staat nooit stil, er komt steeds weer iemand langs met een probleem of vraag. Wees gewaarschuwd wanneer je dit soort personen moet interviewen. Niets is zo vervelend als het afnemen van een interview dat herhaaldelijk wordt onderbroken. Zowel interviewer als geïnterviewde verliezen de concentratie en dat is funest voor de opbrengst van je interview.
Neem daarom maatregelen: vraag of het interview in een achterafzaaltje mag plaatsvinden of vraag of de telefoon doorgeschakeld mag worden. Een briefje met de tekst Alleen storen voor dringende zaken: Interview !!! op de deur plakken is ook een goede voorzorgsmaatregel.

c) Zitopstelling
Zorg ervoor dat het voor beide partijen mogelijk is om gemakkelijk oogcontact te zoeken, maar ook - als men daar behoefte aan gevoelt - om oogcontact te ontwijken! Vele interviewers geven daarom de voorkeur aan een opstelling van de stoelen onder een rechte of iets ruimere hoek (zeg maar 90-120 graden), liever dan in een frontale opstelling (180-graden) .
Wanneer de geïnterviewde een 'uitwedstrijd' speelt dien je als interviewer rekening te houden met het uit de evolutie resterende 'latente vluchtgedrag' van de mens. Je blokkeert de 'vluchtweg' van geïnterviewde door hem de stoel aan te bieden die het verst van de deur verwijderd is.

d) De persoon van de interviewer
In principe maak jij als interviewer ook onderdeel uit van de interviewsituatie. Dat betekent dat je enkel en alleen door je aanwezigheid de situatie ter plekke al kunt beïnvloeden. Wat bv. te denken van de kleding die je draagt? Denk je ook niet dat het verschijnen in een T-shirt met de opdruk "Greenpeace" de resultaten van een interview over behoud en beheer van het milieu zal beinvloeden? Verzin zelf nog maar eens een aantal subtiele voorbeelden!